Groep 6, 7 en 8, een op alle fronten veelzijdig leerfeest!

Optimale ontwikkeling
Geen dag in groep 6, 7 en 8 is hetzelfde! Daar waar de Daltonprincipes (samenwerken, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid) in de kleutergroep en groep 3, 4 en 5 zijn ingeslepen en ontwikkeld, moeten deze in de bovenbouw worden afgerond. Dit met maar één doel: de kinderen optimaal ontwikkelen op sociaal-emotioneel en cognitief gebied, zodat zij volledig startklaar zijn voor het middelbaar onderwijs en met de zelfstandigheid, het verantwoordelijkheidsgevoel en de manieren van samenwerken een voorbeeld kunnen zijn voor andere kinderen!

Werken op niveau met de weektaak

Juf Marjolijn en meester Rainier draaien deze drie groepen samen. Beide leerkrachten hebben een op elkaar afgestemd lespakket ontwikkeld waarbinnen ieder kind zoveel mogelijk op zijn eigen niveau moet kunnen werken.

De kinderen werken met het weektakenblad. Zij kijken op het weektakenblad wat ze moeten doen en plannen dit vervolgens per dag in. Zo kunnen zij voor zichzelf een mooi overzicht maken van de gehele week en ruimte over laten voor eventuele andere projecten (Cito, werkstukken, presentaties, tutor-leren etc.). Een mooie voorbereiding op het middelbaar onderwijs dus!

Op de weektaken staan natuurlijk alle basisvakken (rekenen, taal, spelling, etc.), alle zaakvakken (geschiedenis, aardrijkskunde, etc.), maar staan ook vakken die wisselend kunnen zijn (bijvoorbeeld projecten) en vakken en activiteiten die de cognitieve of sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind bevorderen (extra zorg, werkstukken, presentaties, etc.).

Een weektaak is dus per kind verschillend, maar ook best uitgebreid!

 

Snelle en langzame leerlingen

Binnen de basisvakken wordt er gewerkt op verschillende niveaus, ieder kind mag doorwerken in de methode, echter is er altijd een “vangnet” voor de langzamere kinderen en zeker ook voor de snellere kinderen! Zo zijn er lessen die verplicht gevolgd moeten worden samen met de juf, ook zijn er lessen die je mag volgen en er zijn lessen die je zelfstandig mag maken.

Zo blijven ook de iets langzamere kinderen op het gemiddelde niveau en kunnen de snellere kinderen zelf bepalen of ze meedoen of liever verder werken. Wanneer kinderen zeer snel werken of wanneer een kind het gewoon nodig heeft vindt er naast de basisvakken extra differentiatie plaats. Stel: een kind is zeer goed in rekenen en gaat zeer snel door de methode heen, dan krijgt het verdiepingsmateriaal. Extra rekenstof, verdiepend op het niveau waarop het zich bevindt, in spelvorm, puzzelvorm, etc. Daarnaast is er misschien een vakgebied waarop het kind juist zeer zwak is naast het prima rekenen. Dan is dit een mooie manier om hier extra aandacht aan te kunnen besteden! Ook bij de zaakvakken zijn er verschillende werkwijzen die worden toegepast. Er zijn lessen waarbij de juf aan het woord is, er zijn ook lessen waarbij de kinderen alleen zelfstandig werken of samenwerken

 

Andere activiteiten

Zowel de zaakvakken als de basisvakken worden door de leerkracht op vaste momenten gegeven, de zelfstandige, projectmatige en verwerkingslessen en gedeelten (het grootste deel dus) vinden op momenten plaats dat de kinderen dit zelf inplannen!
Naast ruimte voor de zaakvakken en basisvakken is er ook ruimte voor verschillende andere activiteiten. 


Verder zijn we in de bovenbouw ook bezig met het nieuws. Elke week bespreken we aan de hand van ‘Nieuwsbegrip’ een actualiteit. Samen met de leerkracht wordt de tekst doorgenomen en met maatjes worden de diverse opdrachten gemaakt.
Ook wordt er wekelijks naar het schooltv weekjournaal gekeken. Naar aanleiding van de items kan er klassikaal een gesprek of discussie gevoerd worden, maar de leerkracht kan er bijvoorbeeld ook voor kiezen om naar aanleiding van een nieuwsitem de leerlingen in groepjes een opdracht te geven. Er wordt ook gewerkt met andere projecten die het hele jaar door de NOT worden uitgezonden.
Daarnaast worden er ook diverse uitstapjes gemaakt tijdens het schooljaar. Zo bezoeken we bijvoorbeeld het Streekmuseum, gaan we drie dagen op kamp, brengen een bezoek aan het Hoeksche Waards landschap en zo zijn er nog wel meer dingen op te noemen.

 

Tutor-leren

Een belangrijk item voor de ontwikkeling voor de twee oudste groepen vormt ook het tutor-leren. Ieder kind uit groep 7 en 8 wordt minimaal een keer per jaar tutor van een kind uit een lagere groep. In samenspraak met de leerkracht gaat het kind met het jongere kind aan de slag op het gebied waarop het jongere kind extra hulp of begeleiding nodig heeft. De leerkrachten zorgen hierbij voor de stof, de tutor begeleidt het jongere kind. Naast het tutor-leren lezen de kinderen uit groep 8 ook de kleuters een maal in de week voor. Ieder kind “leent” een kleuter en een prentenboek en gaat hier op een plaatsje in de school mee aan de slag!

Hoe verantwoordelijk is het kind

Kinderen zijn in de bovenbouw verantwoordelijk voor hun eigen leren. Het werk wat ze maken kijken ze zoveel mogelijk zelf na (aan de nakijktafel) en beoordelen ze ook zelf. De leerkracht houdt natuurlijk steekproefsgewijs wel een oogje in het zeil! Daarnaast vormen toetsen een ideaal testmoment, deze worden door de leerkracht wel zelf nagekeken en ook lessen die erom vragen kijkt de leerkracht zelf na.

Samenwerken met iedereen

Om het samenwerken te stimuleren zitten alle kinderen door elkaar, er is dus in de klasseninrichting geen onderscheid gemaakt in de groepen. Op deze manier leren kinderen met iedereen samen te werken. Regelmatig wordt het proces van werken en omgaan met elkaar nog eens nabesproken. Ieder kind kan op dat moment zijn ei kwijt wat betreft werkhouding, werktempo, manier van samenwerken, leuke en minder leuke dingen van het dagdeel, etc.

Een leerfeest!

Een dag in de bovenbouw is dus vol! Er gebeurt veel en ieder kind is bezig met zijn taak of activiteit. De leerkracht begeleidt de kinderen, geeft hulp aan de instructietafel of geeft les aan een van de groepen of een subgroepje.

Een dag in de bovenbouw mag dus met recht een op alle fronten veelzijdig leerfeest worden genoemd!